OMMA* Nieuwsbrief Mei 2023

*Ouderen Met een Migratie Achtergrond

EVEN VOORSTELLEN

In deze nieuwsbrief stellen Hodo, Chayenne en Irma zich kort voor. Zij vormen samen het team dat vanuit de gemeente Tilburg werkt aan OMMA vanuit de samenwerkingsagenda Gelukkig en Gezond oud (GGoud).

Hodo Hassan

Hallo! Ik ben Hodo Hassan en ben vanaf 16 januari gestart als projectleider bij OMMA. Dit doe ik met veel energie en plezier! Bij de gemeente Tilburg werkte ik eerder bij het programma ‘Allemaal Tilburgers’, waar diversiteit en inclusie centraal stond. De afgelopen 5 jaar heb ik in de maatschappelijke zorg gewerkt. Daarnaast bleef ik op freelancebasis adviseur op het gebied van diversiteit en inclusie voor verschillende organisaties. Mijn focus binnen OMMA ligt op het vergroten van de inclusiviteit en diversiteit van het ouderenbeleid.

In mijn vrije tijd ben ik vrijwilliger en medeoprichter bij het platform Full Colour Tilburg. Het platform zet zich in om Tilburg inclusiever maken. Ik hoop iedereen snel te ontmoeten en dan meteen samen een kop koffie te drinken om elkaar te leren kennen!

Chayenna van de Pol

Ik ben Chayenna Werten – van de Pol, 32 jaar oud en kom uit Waalwijk. Vanaf 1 maart heb ik de taken van Hatice Yeter overgenomen als beleidsmedewerker OMMA en dementie. Ik ben een enthousiaste, gedreven professional met een hart voor OMMA. Ik heb 11,5 jaar gewerkt bij een ouderenorganisatie uit de regio o.a. als casemanager dementie, met de expertise migranten mét dementie, en als adviseur o.a. gericht op het thema diversiteit

‘Alleen ga je sneller, maar samen kom je verder’ is mijn motto. We staan samen voor de grote uitdaging van de vergrijzing en het stijgend aantal (migranten) ouderen mét dementie. Door goed samen te werken komen we tot oplossingen en mogelijkheden. Ik ben een aanjager, verbinder en wil impact maken op dit thema. Want zorg en welzijn moet voor iedereen toegankelijk zijn.

Irma Bressers

Irma Bressers

Mijn naam is Irma Bressers-Pallandt en vanaf 1 april werk ik als projectondersteuner bij OMMA. Ik werk al 21 jaar bij de gemeente Tilburg voor verschillende afdelingen. De afgelopen jaren haalde ik meerdere subsidies binnen vanuit het Europees Sociaal Fonds. Dit geld wordt gebruikt om mensen die een afstand tot de arbeidsmarkt hebben, te begeleiden naar werk of zinvolle dagbesteding.

Voordat ik bij de gemeente begon, werkte ik in de ouderenzorg bij Thebe. Mijn interesse in deze doelgroep is altijd gebleven. Ik maak me graag sterk voor mensen die niet voor zichzelf kunnen opkomen of gezien worden. Daarom ben ik blij dat ik mee kan werken aan GGoud en OMMA en zo ouderen te helpen. Ik hoop snel persoonlijk kennis te maken met alle netwerkpartners van OMMA.

INE BERTENS, ADVISEUR TRANSCULTURE FAMILIEZORG

“Soms moet je over je eigen schaduw heen stappen”
Hoe kun je ouderen met een migratieachtergrond zo goed mogelijk verzorgen? Ine Bertens pleit voor transculturele familiezorg, waarbij in goed overleg wordt bepaald wat in elk specifiek geval de beste zorg is. Dat vraagt om inlevingsvermogen, respect en het vermogen om écht naar elkaar te luisteren.

“Wij hebben als beroepskrachten tijdens de opleiding geleerd wat juist is en wat de beste manier is om zaken aan te pakken. Maar je komt in de praktijk allerlei situaties tegen waarin je mensen ontmoet met andere opvattingen over zorg. Dan kun je mensen eigenwijs noemen, maar daar los je niets mee op. Het is dan ook zaak om over je eigen schaduw heen te stappen en aan zowel zorgvrager als familiezorger te vragen: Waar kan ik je het beste bij ondersteunen? Welke taken doe je graag zelf? Wat kan ik van je overnemen? Waar zoeken we samen een oplossing voor? Dat is de benadering van de transculturele familiezorg.”

Ine Bertens (67) is adviseur transculturele familiezorg. In plaats van mantelzorg hanteert zij graag het begrip familiezorg, omdat dat internationale begrip (‘family care’) veel beter duidelijk aangeeft waar het om gaat: zorg voor de familie. In eerste instantie gaat het om de behoefte van de patiënt. Die is bedlegerig of heeft Alzheimer. Die moet verzorgd worden en veel mensen regelen dat binnen de familie. Dat moet zo goed mogelijk gebeuren. Dan zijn er drie partijen die samen bepalen wat goede zorg is: de zorgvrager, de familiezorger en de beroepskracht.

HOLLANDSE BRIL AFGEZET

Dat is in de praktijk niet altijd zo. Ine heeft het wel meegemaakt dat wijkverpleegkundigen of andere hulpverleners hun schoenen niet willen uitdoen als ze bij een Islamitisch gezin binnenkomen. “Terwijl het gewoon een kwestie is van respect voor een andere cultuur. Bij een boerengezin op het platteland zet iedereen zijn laarzen en schoenen bij de achterdeur. Dan accepteren we dat wel. Dat is ook gewoon cultureel bepaald.” Maar transcultureel gaat beslist niet alleen over het omgaan met ouderen met een migratieachtergrond, benadrukt Ine. “Het gaat ook over de Turkse en Marokkaanse meisjes die als verzorgende zijn opgeleid en dan opeens mensen gaan verzorgen met een katholieke achtergrond. Ook dat vraagt om kennis, begrip en afstemming.”

ALLES DRAAIT OM COMMUNICATIE

Communicatie is de sleutel: praat met elkaar, desnoods met handen en voeten of tekeningetjes. Dat is niet altijd eenvoudig, dat weet Ine ook wel. Soms zijn mensen analfabeet. Of ze spreken geen Nederlands. Of ze hebben dementie en dan is de later aangeleerde tweede taal een van de zaken die als eerste uit het geheugen verdwijnt. “Zoek in zulke gevallen een tolk”, adviseert Ine. “Ik zie bijvoorbeeld bij huisartsen weleens dat mensen drie of vier keer terugkomen met dezelfde klachten. Omdat de arts en patiënt elkaar niet begrijpen. Dan kun je veel beter meteen de eerste keer een telefonische tolk inschakelen.” Als Ine twijfelt of de uitleg aan een oudere patiënt goed is overgekomen, belt ze vaak ook nog even met de betrokken mantelzorger. Dat kost extra moeite en tijd, maar de kans dat de boodschap overkomt is groter.

Transculturele familiezorg betekent níet dat je altijd moet doen wat de patiënt of de familiezorger wil, benadrukt Ine. “Soms mag je, móet je wel je deskundigheid gebruiken. Als professional heb je een goede opleiding gehad en veel ervaring. Dus mensen verwachten ook dat je die kennis gebruikt. Ik heb weleens gehad dat mensen mij vroegen om een paar puistjes op de billen van een oudere dame te behandelen. Dan leg ik ze uit dat het gaat om beginnende doorligwonden en dat we dáár aan moeten werken. Dat er echt een speciale matras en dus een ander bed nodig is. Zo zijn er veel voorbeelden te noemen. Zoals die meneer die kortademig was, en weigerde tijdens de Ramadan zijn tabletjes in te nemen. En hij werd steeds zieker. Speciaal voor die gevallen heb ik wat citaten uit de Koran in mijn agenda geplakt. Zo kon ik hem laten zien dat je volgens de Koran echt wel wat mag eten, als je ziek bent. Dan ga je met begrip voor de cultuur het gesprek in. En bereik je dat de zorg voor de patiënt beter wordt.”

CURSUSGROEPEN VOOR FAMILIEZORGERS

Veel problemen ontstaan ook uit onkunde bij de familiezorgers. “Ik heb wel gezien dat ouderen zo strak werden ingestopt dat ze spitsvoeten kregen. Het komt allemaal voort uit goede wil. Maar vaak is er gebrek aan kennis.” Met name bij familiezorgers met een andere culturele achtergrond constateert Ine bovendien dat ze soms de weg niet weten naar allerlei regelingen, die de familiezorger kunnen ontlasten. Financiële tegemoetkomingen (zoals een PGB) of vrijstelling van de sollicitatieplicht. Vaak is het mogelijk thuiszorg in te schakelen, om wat van de zorgtaken over te nemen. Bij dat laatste moet er vaak een drempel worden overwonnen, omdat de zorgvrager dat niet wil. “Dan heb je dat vertrouwen tussen patiënt, familiezorger en hulpverlener weer nodig.”

Mede daarom verzorgt Ine al 20 jaar voor de gemeente Tilburg cursusgroepen voor familiezorgers met een migratieachtergrond. En ondanks haar recente pensionering gaat ze daar ook dit jaar gewoon mee door, in het belang van ouderen met een migratieachtergrond. Dit doet ze in samenwerking met het programma GGoud (Gezond en Gelukkig oud in Tilburg) van de gemeente Tilburg. “Ik zie hoe ontzettend belangrijk dat is. Ik ben in Tilburg nu al bezig met groepen voor Turkse en Marokkaanse familiezorgers, zodat die voor de Ramadan zijn afgerond. En binnenkort beginnen groepen voor familiezorgers waarvan de oudere een Surinaams/Antilliaanse of Indisch/Molukse achtergrond heeft. Het zijn trainingen van zes tot zeven bijeenkomsten. De focus ligt helemaal op het verzorgen van ouderen met dementie. Daar is nog steeds heel veel behoefte aan. En ik doe het heel graag.”

Tekst: Maarten Bokslag

Dit is een publicatie i.h.k.v. het initiatief OMMA (ouderen met migratieachtergrond in Tilburg). Dit is onderdeel van het programma GGoud van de gemeente Tilburg en diverse partners. Meer info op: www.tilburg.nl/ggoud

Ingrid Verhagen over gespreksgroepen geleid door intermediairs:
‘Deze vrouwen hebben het nodig om gehoord en gezien te worden’

Ingrid Verhagen (70) is van oorsprong verpleegkundige en was directeur van het Centrum Buitenlandse vrouwen Tilburg. Nu coördineert en begeleidt ze het project Diversiteit in kwetsbare ouderen vraagt om maatwerk: beter zorgen voor jezelf en voor elkaar. Dit is onderdeel van het programma GGoud (Gezond en Gelukkig oud in Tilburg) van de gemeente Tilburg. Een eerste resultaat is dat 130 Turkse vrouwen in 2022 deelnamen aan gespreksgroepen over gezondheid en alles wat daarmee samenhangt. Een intermediair met een migratieachtergrond leidde de groepen.

Ingrid ziet er met haar zeventig jaar energiek uit en zo voelt ze zich ook. Maar de Turkse leeftijdsgenoten met wie ze het afgelopen jaar werkte, hebben tal van lichamelijke en psychische klachten. “Ik heb bij de gespreksgroepen niet één gezonde vrouw van zeventig ontmoet.”

Een vergeten groep. Zo noemt Ingrid de eerste en tweede generatie Turkse vrouwen die deelnamen aan de gesprekken. “Veel vrouwen vertelden dat ze jong naar Nederland zijn gekomen en hier hun dromen hebben zien vervliegen. In plaats van een opleiding te volgen of te gaan werken, trouwden ze en stelden hun leven in dienst van hun gezin. De meesten hadden geen baan en hun echtgenoot vond het niet nodig dat ze Nederlands leerden.”

Tijdens de gesprekken bleek dat de vrouwen niet zelfstandig de weg weten te vinden binnen het aanbod aan zorg en welzijn in Tilburg. Procedures zijn voor hen ingewikkeld, brieven moeilijk te lezen en telefoongesprekken voeren in het Nederlands is lastig. Daarom laten ze dit soort zaken vaak over aan hun man of kinderen. Die worden in contact met hulpverleners dan vaak weer niet serieus genomen, zo bleek uit de verhalen.

BRUGFUNCTIE

Zulke gesprekken leveren waardevolle informatie op voor de gemeente, die nog te weinig zicht heeft op hoe het gaat met ouderen met een migratieachtergrond. Om hen te bereiken, is de inzet van intermediairs zeer waardevol. Dit zijn mensen uit Tilburgse migrantengemeenschappen die in het verleden zijn opgeleid om een brugfunctie te vervullen tussen vraag en aanbod in zorg en welzijn. “In tegenstelling tot bijvoorbeeld sleutelpersonen, gaat het hier om een betaalde functie”, zegt Ingrid. De coördinator kende de twee bij het project betrokken intermediairs nog uit de tijd dat deze vrouwen actief waren als Voorlichters Eigen Taal en Cultuur.

De intermediairs – één met een Turkse en één met een Marokkaanse achtergrond – hebben een groot netwerk en genieten veel respect binnen hun gemeenschap. Dat verklaart waarom zo veel vrouwen bereid waren deel te nemen aan gesprekken. “Mij was het niet gelukt hen zo ver te krijgen”, zegt Ingrid. “Daar heb ik die intermediairs echt voor nodig.”

EMOTIONEEL EENZAAM

In totaal deden in 2022 zo’n 130 Turkse vrouwen in de leeftijd van 40 tot 80 jaar mee aan drie gespreksgroepen. Ze kwamen bij elkaar in de Turkse Süleymaniye moskee, wijkcentrum De Ypelaer en aan het Smidspad in Oud-Noord. Inzet van de gesprekken was het bespreekbaar maken van de emotionele en sociale problemen waarmee deze vrouwen kampen. Emotioneel eenzaam en geïsoleerd van de maatschappij als ze vaak zijn, houden ze die doorgaans voor zichzelf.

“Om te zorgen dat de vrouwen zich veilig voelden, leerden de deelnemers elkaar eerst beter kennen tijdens koffie-uurtjes”, vertelt Ingrid. Daarna waren er zes themabijeenkomsten, geleid door de intermediair, met ondersteuning van drie Turkse vrijwilligers. De vrouwen bespraken dagelijks functioneren, lichaamsfuncties, mentaal welbevinden, zingeving, kwaliteit van leven en meedoen.

De gespreksgroepen begonnen altijd met voorlichting, waarna de intermediair vroeg naar het welbevinden van de vrouwen. Als er acute problemen aan het licht kwamen, ondersteunde de intermediair hierin of verwees de vrouwen door. Uitgangspunt voor de gesprekken was het concept Positieve Gezondheid. Steeds was de vraag: wat gaat goed en wat wilt u veranderen? De intermediair stimuleerde de vrouwen vervolgens zelf oplossingen te bedenken voor hun problemen en daarmee aan de slag te gaan. Ingrid: “Ze hebben het nodig om gehoord en gezien te worden. Pas als aan die voorwaarde is voldaan, kun je een stapje verder zetten.”

ISLAMITISCH VERZORGINGSHUIS

De belangrijkste les die de eerste drie gespreksgroepen hebben opgeleverd? “Cultuursensitieve en -specifieke zorg is hard nodig”, zegt Ingrid. “De vrouwen geven allemaal aan dat ze zo lang mogelijk zelfstandig willen wonen. Als thuis wonen niet meer gaat, willen ze in Tilburg blijven, dicht bij de kinderen. Het liefst in een islamitisch verzorgingshuis. Maar in tegenstelling tot bijvoorbeeld Breda, Boxtel en Oosterhout heb je hier geen voorzieningen die zich op een specifieke groep ouderen met een migratieachtergrond richten.”

De vrouwen vinden het belangrijk dat zorg aansluit bij hun leefgewoonten, normen en waarden. Maar veel reguliere verpleeg- of verzorgingshuizen houden nog steeds (te) weinig rekening met de islamitische cultuur. Bijvoorbeeld met het feit dat praktiserende moslims vijf keer per dag bidden. Meer personeel met een migratieachtergrond zou kunnen helpen, maar veel meisjes haken af tijdens hun opleiding. Volgens de Turkse vrouwen is dat omdat ze geen mannen willen wassen, een punt dat uitgebreid ter sprake is geweest tijdens de gespreksgroepen. Ingrid: “We hebben deze kwestie besproken met oude, wijze vrouwen uit de gemeenschap. Volgens hen verbiedt de Koran het vrouwen niet om mannen te wassen. Ik denk dat opleidingen vooral moeten meegeven dat het heel normaal is dat je dat moeilijk vindt. Dat vond ik vroeger zelf ook.”

KEUKENHOF

Het project Intermediairs voor Turkse en Marokkaanse ouderen wordt betaald door de gemeente en door Thebe Extra. De ledenvereniging, die onder meer advies geeft en interessante kortingen biedt, weet ouderen met een migratieachtergrond – net als de gemeente – moeilijk te bereiken.

Recent is een intermediair samen met drie vrijwilligers ook een Marokkaanse gespreksgroep gestart. Daarnaast is de andere intermediair begonnen met het vervolg op de gespreksgroepen van de Turkse vrouwen. Samen met Ine Bertens, adviseur transculturele familiezorg, geeft Ingrid hen nu voorlichting over onder meer Alzheimer en de overgang.

Tegelijk is een groep Turkse vrouwen met een consulent van Thebe Extra als vervolg op de gesprekken druk bezig met de voorbereiding van een gezamenlijk dagje uit, iets waar grote behoefte aan was. Ingrid: “Ze willen naar de Keukenhof. En dan onderweg natuurlijk halal eten.”

Tekst en foto: Caroline Moerland

Dit is een publicatie i.h.k.v. het initiatief OMMA (Ouderen Met MigratieAchtergrond in Tilburg). Dit is onderdeel van het programma GGoud van de gemeente Tilburg en diverse partners. Meer info op: www.tilburg.nl/ggoud

Begeleider pilot Tilburg-Noord:
“Een van de sleutelpersonen heeft een mannengroep opgezet in wijkcentrum De Ypelaer”

De twaalf sleutelpersonen die actief zijn in Tilburg-Noord doen waarvoor ze zijn opgeleid: ouderen met een migratieachtergrond bereiken en betrekken. Ze worden begeleid door Nadia Lahraoui, sociaal werker bij ContourdeTwern in Tilburg-Noord met aandachtsgebied ouderen en Imran Çınar, trainer/adviseur bij Pharos. Imran hoopt dat de informatie die de twaalf ophalen, als een spiegel werkt voor overheid en zorg: “Dat die inspireert tot zelfreflectie en meebewegen met de vraag.”

Seval Kaymak (58) werkte zo’n tien jaar in de zorg en is een actieve vrijwilliger met een groot netwerk. Tijdens een gemeentelijke voorlichtingsbijeenkomst in de Süleymaniye moskee in het kader van OMMA (ouderen met een migratieachtergrond) hoorde ze over de pilot met sleutelpersonen. Voor ze het wist had een kennis haar overgehaald zich aan te melden bij Nadia Lahraoui. “Eigenlijk was ik al een sleutelpersoon, maar nu ben ik het officieel”, lacht ze.

VRAAGBAAK VOOR MENSEN MET EEN TURKSE ACHTERGROND

Voor de vele mensen met een Turkse achtergrond die ze kent in Tilburg, is Seval een echte vraagbaak. “Als ik over de markt loopt, vragen ze me bijvoorbeeld: waar kunnen we krukken afhalen en wat kost dat?” Seval betekent graag iets voor anderen. Maar dat is niet de enige reden dat ze zichzelf aanmeldde. “Ik wil iets doen voor mijn generatie. De meeste van onze kinderen werken en hebben geen tijd om later altijd voor ons klaar te staan. Dus als we straks zorg willen – zorg die past bij onze behoefte – moeten we dat nu regelen.”

Als kind in Turkije wilde Seval na de lagere school een opleiding tot vroedvrouw volgen, maar door haar migratie op twaalfjarige leeftijd naar Nederland kwam dat er niet van. Op haar 42e volgde ze alsnog aan een opleiding tot helpende en werkte bij Thebe in de thuiszorg en de dagbesteding. Seval is een voorbeeld voor andere vrouwen in de Turkse gemeenschap, die haar heel sterk vinden. “Misschien komt het”, zo filosofeert ze, “doordat ik niet achteromkijk. Elke dag is een nieuw begin.”

TERUGVALLEN OP EEN GOED NETWERK IS BELANGRIJK

Ze zit aan een gesprekstafel in wijkcentrum De Ypelaer, samen met Nadia Lahraoui. De sociaal werker voor ContourdeTwern in Tilburg-Noord werd in het voorjaar gevraagd het proefproject sleutelpersonen te begeleiden. En dat deed ze heel graag. Haar belangrijkste motivatie is dat ze in de praktijk ziet hoe moeilijk het is om ouderen met een migratieachtergrond te bereiken, en hoe weinig er bekend is over hun behoeftes.

Nadia: “Je ziet dat die vergrijzing eraan komt en dat mensen langer thuis moeten blijven wonen. Daarom is het belangrijk dat ouderen, als ze oud en hulpbehoevend zijn, kunnen terugvallen op een goed en betrouwbaar netwerk. Dat geldt helemaal voor ouderen met een migratieachtergrond, die vaak niet weten waar ze terecht kunnen met vragen. Door deel te nemen aan activiteiten kunnen ze hun netwerk vergroten.”

WHATSAPP-GROEP OP EIGEN INITIATIEF

Nadia begon met het werven van sleutelpersonen. “Ik heb me verdiept in de verschillende culturen in Tilburg-Noord en mensen benaderd die al actief zijn, bijvoorbeeld in ouderkamers.” Het resultaat was een gevarieerde groep van twaalf vrijwilligers, die in juni 2022 met een vierdaagse training werd voorbereid op het werk als sleutelpersoon.

Een half jaar later staat de groep grotendeels op eigen benen. Nadia wijst op de WhatsApp-groep die de sleutelpersonen sinds kort hebben. Er was al zo’n groep, maar daarin bepaalde Nadia nog de regels. “Dit getuigt van zelfstandigheid en eigen initiatief.” Ook voor de ouderen met een migratieachtergrond hebben ze resultaten geboekt. Zo heeft een van de sleutelpersonen een mannengroep opgezet in wijkcentrum De Ypelaer. Een ander organiseerde ontmoetingen in het Ypelaerpark, toen het wijkcentrum dicht was.

Zoals de bedoeling was komen de sleutelpersonen bij inwoners van Tilburg-Noord ‘achter de voordeur’ en achterhalen wat er leeft bij de doelgroep. Op advies van Nadia gaan ze hierbij gestructureerd te werk en gebruiken ze bestaande vragenformulieren. “Ik zie alles wat ze ophalen en screen of ik er iets mee moet. Een aandachtsfunctionaris dementie inschakelen bijvoorbeeld.” De komende tijd gaat Nadia werken aan meer bekendheid voor de sleutelpersonen in de wijk, bijvoorbeeld door het organiseren van informatiebijeenkomsten.

NIET EERDER INGEZET VOOR OUDEREN MET EEN MIGRATIEACHTERGROND

Sleutelpersonen zijn bij uitstek geschikt om een brugfunctie te vervullen. Ze kennen de cultuur van de doelgroep waarop ze zich richten en weten de weg in de Nederlandse maatschappij. Bij Expertisecentrum Gezondheidsverschillen Pharos in Utrecht hebben ze veel ervaring met sleutelpersonen, maar tot nu toe voor vluchtelingen. “Nieuw voor ons én in Nederland, is dat ze in Tilburg worden ingezet voor ouderen met een migratieachtergrond”, zegt Imran Çınar van Pharos.

Op verzoek van de gemeente Tilburg is Imran als adviseur en trainer betrokken bij de pilot. “We hebben de bestaande Pharos-training aangepast aan de Tilburgse situatie, en daarbij rekening gehouden met de wensen van de vrijwilligers. Zo wilden de moeders in de groep hun kinderen van school kunnen halen.” Na de training waren er drie intervisiebijeenkomsten.

Imran stopt binnenkort met dit werk en zal de Tilburgse groep missen. “Voor alle twaalf geldt dat ze heel veel affiniteit hebben met mensen die in de knel zitten. Ze doen dit werk écht graag, vanuit het hart. Omdat ze zo betrokken en gedreven zijn, is de kans aanwezig dat ze zichzelf voorbijlopen. Dat is ook iets wat ze met Nadia kunnen bespreken.

WARMTE

“Ze hebben onderling een warme band”, vervolgt Imran. “En die warmte is ook nodig. De menselijke maat moet weer terug, óók in de professionele zorg en ondersteuning.” Organisaties zijn volgens haar nu te afstandelijk. “Ze staan te ver van mensen af. Zeker mensen met een migratieachtergrond kunnen zich er daardoor niet mee identificeren. Ze herkennen zich niet in de medewerkers en de manier van werken, weten ook niet wat er te halen valt.”

Imran ziet wel een kentering. “Maar voordat we echt kunnen spreken van cultuursensitieve zorg en ondersteuning, moet er nog veel werk worden verzet.” Ze hoopt dat de informatie die de sleutelpersonen in Tilburg ophalen, als een spiegel werkt voor organisaties. “Dat het ze inspireert tot zelfreflectie, tot meebewegen met de vraag. Want anders blijven initiatieven als dit een druppel op een gloeiende plaat.”

Tekst: Caroline Moerland

Dit is een publicatie i.h.k.v. het initiatief OMMA (ouderen met een migratieachtergrond). Dit is onderdeel van het programma GGoud (Gezond en Gelukkig oud in Tilburg) van de gemeente Tilburg en diverse partners. Meer info op: www.tilburg.nl/ggoud

Mantelzorg voor Indische en Molukse ouderen is vaak ‘Liefdevolle plicht’ ‘De boodschap aan mantelzorgers: zorg goed voor ouderen en voor jezelf’

De Indische gemeenschap en de Molukse KNIL-militairen en hun gezinnen waren in ons land de eerste omvangrijke groep repatrianten en ‘tijdelijke nieuwkomers’. Deze gemeenschappen, met een achtergrond in het voormalig Nederlands-Indië, hebben een geheel eigen geschiedenis en cultuur. Bescheidenheid staat hoog in het vaandel. Er wordt niet snel om hulp gevraagd, want het tonen van zwakte is lastig. Met het pilotproject Liefdevolle Plicht van LSMO, Stichting Pelita en MantelzorgNL worden mantelzorgers én hulpverleners ondersteund.

“De eerste generatie ouderen en hun kinderen uit de Molukken kwam naar Nederland met het vaste geloof dat ze hier tijdelijk zouden verblijven. Dat heb ik, als tweede generatie, ook altijd meegekregen. Het was deel van onze opvoeding. Die geschiedenis moet je kennen om met Molukse ouderen om te kunnen gaan.” Crams Nikijuluw (69) is vice-voorzitter bij de LSMO, de Landelijke Stichting Molukse Ouderen. Daarnaast is hij actief betrokken bij het pilotproject Liefdevolle Plicht in Tilburg. Een project speciaal voor Indische en Molukse ouderen, en anderen die mantelzorg nodig hebben. Mensen die door cultuur en geschiedenis sterk verschillen van Nederlandse leeftijdsgenoten. De manier waarop professionals hen benaderen leidt vaak tot misverstanden. Crams geeft een voorbeeld: “Er was een bijeenkomst waar een Nederlandse vertegenwoordiger van een zorg- en welzijnsorganisatie een heel verhaal ophing voor de Molukse gasten. Zij zaten stil te luisteren en hadden ook na afloop geen vragen. Toen vroeg die meneer: ‘Dus alles is jullie helemaal duidelijk?’ Op dat moment stond er iemand op die zei: ‘Meneer, u moet eerst ons zwijgen leren kennen, om ons spreken dan te begrijpen.’ Vooral bij de Molukse ouderen zit er nog veel opgekropte emotie, meer nog dan bij de ouderen met een Indische achtergrond.”

GEDEELDE CULTUUR

In basis hebben beide gemeenschappen dezelfde culturele normen en waarden en voor een groot deel dezelfde geschiedenis. Bij de eerste generatie speelt de oorlog een belangrijke rol, met de Japanse bezetting. Daarna volgde de onafhankelijkheid van Indonesië en het vertrek naar Nederland. Daar loopt de ontwikkeling wel uiteen, want de Indische mensen wilden snel integreren en de Molukse mensen wilden graag terug.

Bij zowel de Molukse als Indische gemeenschap heeft de tweede generatie vanuit de sterk familiegerichte cultuur doorgaans goed voor de ouders gezorgd, vertelt Humphrey Martherus (68), ambassadeur van Stichting Pelita voor de regio Tilburg en vertegenwoordiger van de Indische ouderen in het project Liefdevolle Plicht. “Binnen de Indische en Molukse cultuur is het van oudsher veelal vanzelfsprekend om, indien mogelijk, ouders of familie zelf te verzorgen. Je zorgt voor elkaar. Daarbij tonen we niet snel onze zwakte, dus om hulp vragen is lastig. Mantelzorgers verdiepen zich daarom niet altijd in de mogelijkheden die er zijn om taken aan anderen over te dragen”, legt Humphrey uit. Mantelzorgers kunnen daardoor overbelast raken. Het op maat aanbieden van cultuurspecifieke en contextgebonden ondersteuning – met begrip voor de hulpvraag – is een belangrijk doel van het project. “Maar dat gaat niet vanzelf. De zorg- en welzijnsprofessionals moeten dan wel de stap richting de mantelzorgers zetten. Want onze gemeenschap is tamelijk terughoudend.”

De pilot Liefdevolle Plicht loopt van eind 2021 tot eind 2023 in drie Nederlandse gemeenten: Tilburg, Woerden en Wierden. Het doel is te kijken hoe de lastig te bereiken groep van Indische en Molukse mantelzorgers beter ondersteund kunnen worden, daarbij rekening houdend met hun migratiegeschiedenis en achtergrond, vertelt Mijke Elbers, projectleider namens MantelzorgNL. “We hebben daarbij gekozen voor een benadering gericht op de mantelzorgers zelf”, vertelt ze. “Waar loop je tegenaan? Waar heb je behoefte aan? Hoe kunnen zorgprofessionals, instanties en welzijnsorganisaties daar ondersteuning bij bieden? Door het in een kleine, een wat grotere en een grote gemeente heel lokaal op te pakken, doen we ervaringen op die we straks landelijk hopen toe te passen.”

EMOTIONEEL

In het Tilburgse project zijn voor de Molukse gemeenschap meerdere bijeenkomsten gepland, vertelt Crams. “De eerste bijeenkomst was zeer emotioneel. Het zorgen voor je ouders en de problemen die je daar zelf mee kunt hebben: het zijn zaken waar mensen onderling maar zelden over praten. De eerste generatie is ons vrijwel geheel ontvallen. Nu is het de tweede generatie die hulpbehoevend wordt. Die mensen hebben zelf heel trouw voor hun ouders gezorgd. Maar gaan hun kinderen dat ook voor hen doen? Aan de ene kant willen ze het niet vragen. Maar aan de andere kant zouden ze dat wel heel graag willen.”

In de tweede bijeenkomst werd vooral gekeken: waar is behoefte aan? Een klussendienst, een alarmeringspunt, een ouderenwerkgroep of een woning-ondersteuningspunt in de wijk? Maar ook: het stimuleren van de jongere generatie tot het verlenen van mantelzorg. Crams: “Dat was een bijzonder zinvolle bijeenkomst. Er is grote behoefte aan kennis over het ondersteuningsaanbod. En daarnaast willen veel mensen meer weten over dementie. We worden steeds ouder en dan gaat dat bij veel mensen een rol spelen.”

Tijdens de derde bijeenkomst, die binnenkort plaatsvindt, wordt onder meer besproken hoe die zaken concreet vorm en inhoud kunnen krijgen. In bijeenkomst vier kunnen de zorgorganisaties hun aanbod presenteren, passend bij de behoefte. Wat doen zij om de mantelzorgers te faciliteren? Bij welke loketten kunnen mantelzorgers terecht en hoe doen ze dat? Daarna is nog een gemeenschappelijke bijeenkomst voor de Indische en Molukse gemeenschap gepland.

RESULTATEN DELEN

Eind dit jaar is het pilotproject afgerond. En dan? Humphrey: “We merken nu al dat migranten gemeenschappen belangstelling hebben voor het project Liefdevolle Plicht. Voor een deel spelen daar dezelfde zaken. We willen de ervaringen dus delen. En voor onze eigen gemeenschap willen we de resultaten borgen voor de toekomst en uitbouwen op landelijk niveau.”

Dat is precies wat projectleider Mijke Elbers van plan is. “We zien dat de drie pilots goed verlopen. In Tilburg merk je dat er al een basis is vanuit OMMA en GGoud, waardoor zorg- en welzijnsprofessionals betrokken zijn bij deze gemeenschappen. We willen hen trainingen aanbieden in hoe je op een cultuur-sensitieve manier mantelzorgondersteuning kunt bieden, rekening houdend met hun migratiegeschiedenis, culturele achtergrond en trauma. Crams en Humphrey hebben een enorm netwerk en zo krijgen we de mantelzorgers ook echt bij elkaar.”

Humphrey is tevreden. “Als ik kijk hoeveel we afgelopen jaar al gedaan hebben om onze gemeenschappen en zorg- en welzijnsprofessionals te bereiken en te informeren! De boodschap aan mantelzorgers is echt wel doorgekomen: zorg goed voor ouderen en voor jezelf. Zorg dat je de weg weet als je ondersteuning nodig hebt. Zo slaan we een brug tussen zorgprofessionals en mantelzorgers. Iedereen heeft hier voordeel bij. Het is echt een win-win situatie.”

Tekst: Maarten Bokslag

Dit is een publicatie i.h.k.v. het initiatief OMMA (Ouderen Met MigratieAchtergrond in Tilburg). Dit is onderdeel van het programma GGoud (Gezond en Gelukkig oud in Tilburg) van de gemeente Tilburg en diverse partners. Meer info op: www.tilburg.nl/ggoud

Meer informatie over het landelijke project Liefdevolle Plicht via:

Over het project Liefdevolle Plicht – MantelzorgNL